Het grootste cultuurevenement in onze Euregio: Pinkpop? Maastricht Culturele Hoofdstad? De Floriade? Het OLS? De Akense kerstmarkt? De wedstrijden van Standard Luik?
Allemaal niet. Bovenaan het lijstje staat al bijna driekwart eeuw de Exposition Internationale de l'Eau die in 1939 in de grote stad Luik werd gehouden. Tachtig hectare Wereldwaterexpo rond het thema watertechniek en waterbeheersing trok alleen al in de eerste weken na de opening van La Grande Saison de l'Eau 1939 meer dan een miljoen bezoekers. Het totaal stond na ruim drie maanden op vijf miljoen. De reusachtige tentoonstellingspaleizen, de gigantische fonteinen, een kabelbaan op honderd meter hoogte en ontelbaar veel meer adembenemende attracties en activiteiten lieten een onuitwisbare indruk achter in heel Europa. Daar waren de bezoekers, de deelnemers, de stad en de organisatie vast van overtuigd.
De keiharde werkelijkheid van de twintigste eeuw besliste anders. Op het hoogtepunt van het Grande Saison de l'Eau sloeg de bliksem van een zomerse onweersbui in twee stalen bruggen over de Maas. De bruggen waren voorzien van springladingen om een dreigende invasie uit het oosten tot staan te kunnen brengen. Daardoor werd de bliksem gevolgd door een rampzalige explosie die heel Luik deed daveren. De ramp kwam bovenop de mobilisatie van het Belgische leger waardoor het aantal bezoekers aan de wereldwaterexpo een week eerder al zowat tot het nulpunt was gedaald. Een dag na de brugontploffingen viel het Duitse leger hun buurland Polen binnen en volgden de oorlogsverklaringen tussen de Europese landen elkaar snel op. De Wereldwaterexpo ging noodgedwongen tijdelijk dicht, maar iedereen wist toen al dat de poorten nooit meer open zouden gaan. De onafzienbare rampspoed die de Tweede Wereldoorlog in de jaren daarna bracht verdrong de herinneringen. De expopaleizen werden gesloopt of vervielen tot groteske ruïnes. Industriegebieden, snelwegen en flatwijken namen geleidelijk hun plaats in. Niemand had het na de oorlog meer over die geweldige zomer van 1939 aan de Maas. En al helemaal niet in het kleinsteedse Maastricht, vijfentwintig kilometer verderop. Daar geloofde tot de zomer van 2011 bijna niemand dat de Exposition Internationale de l'Eau 1939 ècht had bestaan...
Allemaal niet. Bovenaan het lijstje staat al bijna driekwart eeuw de Exposition Internationale de l'Eau die in 1939 in de grote stad Luik werd gehouden. Tachtig hectare Wereldwaterexpo rond het thema watertechniek en waterbeheersing trok alleen al in de eerste weken na de opening van La Grande Saison de l'Eau 1939 meer dan een miljoen bezoekers. Het totaal stond na ruim drie maanden op vijf miljoen. De reusachtige tentoonstellingspaleizen, de gigantische fonteinen, een kabelbaan op honderd meter hoogte en ontelbaar veel meer adembenemende attracties en activiteiten lieten een onuitwisbare indruk achter in heel Europa. Daar waren de bezoekers, de deelnemers, de stad en de organisatie vast van overtuigd.
De keiharde werkelijkheid van de twintigste eeuw besliste anders. Op het hoogtepunt van het Grande Saison de l'Eau sloeg de bliksem van een zomerse onweersbui in twee stalen bruggen over de Maas. De bruggen waren voorzien van springladingen om een dreigende invasie uit het oosten tot staan te kunnen brengen. Daardoor werd de bliksem gevolgd door een rampzalige explosie die heel Luik deed daveren. De ramp kwam bovenop de mobilisatie van het Belgische leger waardoor het aantal bezoekers aan de wereldwaterexpo een week eerder al zowat tot het nulpunt was gedaald. Een dag na de brugontploffingen viel het Duitse leger hun buurland Polen binnen en volgden de oorlogsverklaringen tussen de Europese landen elkaar snel op. De Wereldwaterexpo ging noodgedwongen tijdelijk dicht, maar iedereen wist toen al dat de poorten nooit meer open zouden gaan. De onafzienbare rampspoed die de Tweede Wereldoorlog in de jaren daarna bracht verdrong de herinneringen. De expopaleizen werden gesloopt of vervielen tot groteske ruïnes. Industriegebieden, snelwegen en flatwijken namen geleidelijk hun plaats in. Niemand had het na de oorlog meer over die geweldige zomer van 1939 aan de Maas. En al helemaal niet in het kleinsteedse Maastricht, vijfentwintig kilometer verderop. Daar geloofde tot de zomer van 2011 bijna niemand dat de Exposition Internationale de l'Eau 1939 ècht had bestaan...
Maar dat is veranderd. Tweeënzeventig jaar na het abrupte einde van de Wereldwaterexpo pakte een spontaan collectief van kunstenaars, ontwerpers, fotografen, musici, verhalenvertellers, historici en andere professionals uit de creatieve industrie de draad weer op van La Grande Saison de l'Eau 1939. Onder de titel La Petite Saison de l'Eau 2011 organiseerden ze een unieke tentoonstelling in Cultuurhuis Ainsi in Maastricht. Tot en met 18 september 2011 ontvouwde La Petite Saison de l'Eau 2011 zich in de projectruimte op de spannende werkverdieping van het gebouw, de plek waar in de loop van een paar jaar een prachtige versmelting is ontstaan tussen industriële historie en kunstzinnige toekomst.
La Petite Saison de l'Eau 2011 reflecteerde, reageerde en borduurde voort op La Grande Saison de l'Eau 1939. Op talloze manieren, in heel wat kunstdisciplines. Onderdeel van La Petite Saison de l'Eau 2011 was Les Miniatures de l'Eau 1939, een tentoonstelling waarin de historie belicht werd aan de hand van de wonderlijke, opmerkelijke en bizarre feiten die zo illustratief waren voor de Exposition Internationale de l'Eau 1939. De plannen voor haar mogelijke opvolger in 2017 waren er ook te zien, bekeken door de pen van schrijver Hugo Claus, die als tienjarig kereltje de Exposition de l'Eau in Luik bezocht met een familie-uitstapje.
La Petite Saison de l'Eau 2011 werd door honderden bezoekers bezocht. Mensen uit Maastricht, mensen uit de omgeving, toeristen van verder weg. Van jong tot hoogbejaard. De mix van beeldende kunst en historie sprak blijkbaar een heel breed publiek aan. De reacties waren enthousiast. Niet alleen van de bezoekers, maar ook van de pers. Dagblad De Limburger besteedde in de zaterdageditie van 27 augustus maar liefst twee volle pagina's aan de tentoonstelling en haar inspiratiebron uit 1939.
Jacques Costongs, de Maastrichtse wethouder van cultuur verricht op 26 augustus 2011 op spontane wijze een openingshandeling van La Petite Saison de l'Eau: het in werking zetten van de Watermachine van Bernadette Huijbers. De foto is gemaakt door collega-wethouder Gerdo van Grootheest.